Militairen In de Franse tijd (ook wel Bataafs-Franse tijd) verkeert Nederland onder zware Franse invloed: eerst als de Bataafse Republiek (1795-1806), daarna als het Koninkrijk Holland met Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte, op de troon (1806-1810) en ten slotte ingelijfd in het keizerrijk van Napoleon Bonaparte (1810-1813).
De Bataafse Republiek kent een leger van ongeveer 34.000 man. Het bestaat voor een deel uit oud-militairen van het Staatse leger (het leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden). Wie niet wil dienen onder Frans gezag verlaat de dienst of gaat met pensioen. Daarnaast worden nog eens zo’n 25.000 Franse militairen in Nederland gestationeerd. Dit aantal slinkt na korte tijd tot 8.000 man. Het Bataafse leger neemt aan verschillende militaire acties van de Fransen deel. In 1805 vermindert het Nederlands bestuur het Nederlandse deel van het leger tot 22.000 man en formeert het een elitekorps van 1.350 man. Koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) breidt het elitekorps uit tot 7.000 man, maar het totale leger blijft 22.000 man tellen. Na de inlijving van Nederland bij Frankrijk in 1811 gaat het Nederlandse leger op in het Franse en wordt voor de Nederlanders de militaire dienstplicht ingevoerd door middel van loten.
Wie dan niet wil dienen kan een remplaçant benoemen, maar arme lieden die geen vervanger kunnen bekostigen, moeten zelf het leger in. Zo’n vervanger is ontzettend duur, waarbij je moet denken aan een jaarsalaris van een arbeider. Zo vervullen ongeveer 28.000 Nederlanders in de periode 1811-1813 hun dienstplicht in het Franse leger. De helft hiervan behoort tot de Grande Armée, waarmee Napoleon in 1812 Rusland binnenvalt met 300.000 soldaten. Daarvan keert het grootste deel niet meer naar huis terug. Velen zijn gedeserteerd of gesneuveld; een enkeling blijft achter in Rusland. Voor de terugtocht uit Rusland roept Napoleon mannen op uit de gegoede stand: ruiters die paard en uitrusting zelf moeten bekostigen. Dit zijn de Gardes d’ honneur. Vervanging is bij deze oproep niet mogelijk. De verplichte militaire dienst wordt in Nederland dus voor het eerst in de Franse tijd in 1811 ingevoerd en heet conscriptie. Vanaf die tijd bestaat het leger uit beroepsmilitairen en dienstplichtigen. Alle mannen die de leeftijd van twintig jaar bereikt hebben, zijn in principe dienstplichtig. Degenen die ingeloot worden, kunnen een plaatsvervanger aanstellen, maar voor de meeste ingelote soldaten geldt een gedwongen bestaan in het leger (1).
Lees verder: Database Lotelingen in het Franse leger van Napoleon.
Noten, bronnen en referenties: 1. RHC GA (Groninger Archieven).
|